De O.O.v.d.W.
Tijdens één van de reizen naar Aruba kwamen we na 13.00 uur aan bij de steiger van Savaneta, het ontvangstcomité stond klaar bij het aanmeren en dat was het. De goederen die we bij ons hadden werden niet meer gelost want het was ondertussen "vast werken". Aangezien er ook munitie aan boord lag moest het schip bewaakt worden. Het was netjes verdeeld, 4 uur een marinier en 2 uur een bemanningslid. Ik had de bof dat ik vanaf 00.00 uur mocht. 's Avonds na het eten gezellig met elkaar naar het PMT een drankje halen, nou dat werd wel héél gezellig en voor ik het wist was het 10 voor 12. Bij de O.O.v.d.W. gezegd dat ik naar de Wamandai ging om de wacht over te nemen, dat vond'ie wel best. Eenmaal aan boord een kort praatje gemaakt en de marinier ging er van door.
Daar zit je dan, een beetje om je heen loeren, zwaar shaggie er bij en wat te drinken. Af en toe met de seinlamp over het water schijnen en zien hoe de barracuda's daar op reageren. Die twee uur waren snel voorbij. De volgende marinier melde zich aan vertelde me dat ik me even moest melden bij de O.O.v.d.W, waarom wist hij niet.
Daar ging ik dan, op m'n slippers en in Wamandai tenue (T-shirt met de tekst "Schip van Geweld" en spijkerbroek) op pad naar de poort. Daar netjes verteld wie ik ben en geinformeerd wat er aan de hand is. Wordt er mij gevraagt (door een Sgt. Hofmeester) "wat is dat voor tenue" ik zeg Wamandai tenue, krijg ik te horen "dat bestaat niet". Daarna werd me op strenge toon gevraagd "waarom ik de zaklamp, knuppel en witte band niet heb geaccepteerd". Terwijl ik vertel dat mij niets is aangeboden ontploft de O.O.v.d.W. dit zou mij bezuren en hij zou wel zorgen dat ik niets meer werd. Ik was mach.1zm en een paar maanden voor m'n afzwaaien, so wat. Ik kon gaan en het zou wel afgehandeld worden.
Terug aan boord even met die marinier gesproken en te kooi gegaan.
De volgende morgen mocht ik mee wat spullen op halen op de wal, gezellig met een jeep met chauffeur. Bij terug komst moest ik me even melden bij Spr. van den Bergh om te vertellen of we alles hadden. Omdat de schipper graag met iedereen een sociaal contact had vertoefde hij die middag in het onderofficiersverblijf onder het genot van een vloeibare boterham. Ik wenkte bij de deur naar hem dat alles oké was, vond hij mooi maar ik moest wel even binnen komen. Ik zei nog "dat kan hier toch niet, het is een O.O.verblijf". Ik moest niet zeuren en een biertje nemen.
Naast de schipper zat een Sgt.Hofmeester die loerde al een paar keer een beetje raar omdat ik daar met een drankje in m'n hand stond. Opeens stond hij op en vroeg me "jij was dat toch vannacht van de Wamandai" waarop ik antwoordde "Jazeker" en dacht nu gaan we het krijgen. De man ging weer rustig zitten en vertelde dat hij het feit met de Spr. had geregeld en dat ik hem daarvoor wel dankbaar mocht zijn. Hij vroeg me of ik boos op hem was, waarop ik zei "nee dat niet maar wel ontzettend verdrietig". Wat hij toen zei was voor mij niet meer te verstaan, terwijl ik het verblijf uitstoof raakte zijn bier mijn rug.
Onder het genot van een lekker drankje hebben de Spr. en ik er later toch nog hartelijk om gelachen.