27-08-1958 is de bouw van van de Wamandai begonnen op de rijkswerf te Den Helder. Het zou het zusterschip van de Wambrau worden. 28-05-1960 is het te water gelaten, na de afbouw en proefvaart vond de overdracht aan de Koninklijke Marine plaats op 19-02-1962. De Wamandai kreeg het registratienummer Y8035.
In 1962 is het schip naar Nieuw Guinea gegaan om zich bij de Wambrau te voegen. Na de overdracht van Nieuw Guinea aan Indonesië kwam het weer terug naar Nederland.
08-04-1964 vertrok de Wamandai naar West-Indië, na te zijn geregistreerd als zeekustsleepboot met het nummer A870.
Voor de reis van 6000 zeemijlen werd de bemanning verhoogd tot 13 koppen, dit maakte het mogelijk de zeewacht te lopen.
27-05-1964 arriveerde men in Curaçao, daar waren de belangrijkste taken o.a. het meedraaien van oefeningen met andere marineschepen en werden vracht en passagiers vervoerd tussen Curaçao, Aruba en Bonaire.
Volgens de laatste gegevens is de Wamandai in 1986 overgegaan in particuliere handen. Wat er na die tijd met het schip is gebeurd is tot nu toe onbekend.
Wat gegevens:
De grootte is 27,25 x 6,98 x 2,8 meter. De hoofdmotor, een 8 cilinder 500 pk werkspoordiesel. Twee Vickers boxermotoren voor de compressor en generator.
De bewapening bestond uit twee Oerlikon 2cm mitrailleurs die halverwege het achterdek geplaatst waren. In 1976 zijn de Oerlikons verder naar achteren geplaatst. In de drinkwatertanks is daarom een stalen versteviging aangebracht, de machinist die dat mocht doen (Bert Nagtegaal) zal menig zweetdruppeltje in de tanks achtergelaten hebben.
De Wamandai net voor de te waterlating.
Het neusje van de Wamandai maar het is de voormalige Wambrau die ook nog als Sea Diver II gevaren heeft, nu vaart dit schip onder de naam Josephine.